Op Vlaggetjesdag gonsde het op de Vlaardingse kades van bedrijvigheid. Die dag lagen de schepen blinkend en versierd, met hun neuzen naar de walkant afgemeerd, te stralen in de Oude Haven. Heel Vlaardingen en omgeving liep uit om de visservloot, die enkele dagen later zou uitvaren, van dichtbij te bekijken.
Voordat de schepen in een nieuw verfje gestoken en opgepoetst, gepavoiseerd (met vlaggetjes versierd) en voorzien van proviand, op Buisjesdag de Vlaardingse haven verlieten, was er al veel, heel veel werk verzet. In de winter werden de motoren en stoomketels schoongemaakt en zo nodig gerepareerd. De stuurlui maakten de speerrepen klaar.
Een aantal weken voor Vlaggetjesdag, begin mei, werd een begin gemaakt met het vaarklaar maken van het schip. Het was dan al naar de werf geweest om door de Scheepvaartinspectie te worden onderzocht. Eerst arriveerden de schippers en stuurlieden, later de rest van de bemanning. Het schip werd zo nodig opnieuw geverfd. Die klus deed de bemanning zelf. Voor het schilderen van de naamwimpel, de naam en de thuishaven van het schip huurde men een professionele schilder in. Dan volgde het inladen van de lege tonnen voor de haring, de tonnen met proviand, drinkwater, zout en de drijvers, de blazen of breels. Hierna bracht men de netten aan boord die al door de boetsters buiten in het veld onderaan de Maassluissedijk of in de boetschuur gerepareerd waren. Het aan boord brengen van de reep (het polsdikke touw waaraan de netten op zee met de seizings aan verbonden waren) was een zware klus die de bemanningsleden meestal een volle dag werk bezorgde.
Bron: 'Het zout verzouten', M.P. Zuydgeest.
Video vlaggetjesdag
Haagse Beeldbank
De naam Vlaggetjesdag dateert zo goed als zeker uit de 18e eeuw en is van oorsprong een typisch Vlaardingse aangelegenheid. Tot de Tweede Wereldoorlog was Vlaggetjesdag een vrij sobere gebeurtenis. De schepen voerden alleen de nationaliteitsvlag, de naamwimpel en de rederijvlag. Van festiviteiten aan de wal was toen nog geen sprake. Na de Tweede Wereldoorlog werd het Comité Vlaggetjesdag gevormd. Initiatiefnemer was oud-Vlaardinger Jaap Kolkman, die ook de oprichting van dergelijke comités in Katwijk, Scheveningen, en IJmuiden initieerde. De uitbundige vieringen waaraan allerlei plaatselijke organisaties deelnamen, staan nu nog in het geheugen van veel Vlaardingers gegrift.
Hoewel het comité zijn uiterste best deed om de traditie van Vlaggetjesdag levend te houden, verdween met de komst van de motortrawlers, die immers het hele jaar door konden vissen, van lieverlee de noodzaak van deze dag. Op 16 mei 1964 stierf Vlaggetjesdag dan ook een stille, treurige dood. De eens zo grote Vlaardingse vissersvloot was gereduceerd tot slechts negen motorloggers. Deze werden het jaar daarop voor de sloop verkocht, net als de twee al eerder opgelegde stoomloggers, de VL 172 ‘Clara’ en de VL 216 ‘Hennie’.
Bron: 'Het zout verzouten', M.P. Zuydgeest.
Vlaardingse of Scheveningse traditie?
Buisjesdag in Vlaardingen
Na het einde van de Vlaardingse haringvloot in de jaren zestig, nam Scheveningen de traditie over. Voortaan was Vlaggetjesdag de dag dat de eerste Hollandse nieuwe aan land werd gebracht. Commercieel was dat voor de vishandel een veel aantrekkelijkere dag om feest te vieren.
De naam en het gebruik van Vlaggetjesdag als nationale “haringdag” ontstond vermoedelijk in de 18e eeuw in Vlaardingen onder de naam “buisjesdag”. De oudste krantenvermelding dateert uit 1787. Het was de dag waarop de haringbuizen “gepavoiseerd” (met vlaggetjes versierd) uitvoeren. In de Grote Kerk in Vlaardingen werd een zogenaamde ‘Buizen-Biddag’ gehouden waarin Gods zegen gevraagd werd voor een behouden terugkeer én natuurlijk een goede vangst. In de loop van de 19e eeuw kwam de benaming `Vlaggetjesdag´ in zwang.
Bron: Andere tijden
Vlaardingse of Scheveningse traditie?
Buisjesdag in Vlaardingen
Na het einde van de Vlaardingse haringvloot in de jaren zestig, nam Scheveningen de traditie over. Voortaan was Vlaggetjesdag de dag dat de eerste Hollandse nieuwe aan land werd gebracht. Commercieel was dat voor de vishandel een veel aantrekkelijkere dag om feest te vieren.
De naam en het gebruik van Vlaggetjesdag als nationale “haringdag” ontstond vermoedelijk in de 18e eeuw in Vlaardingen onder de naam “buisjesdag”. De oudste krantenvermelding dateert uit 1787. Het was de dag waarop de haringbuizen “gepavoiseerd” (met vlaggetjes versierd) uitvoeren. In de Grote Kerk in Vlaardingen werd een zogenaamde ‘Buizen-Biddag’ gehouden waarin Gods zegen gevraagd werd voor een behouden terugkeer én natuurlijk een goede vangst. In de loop van de 19e eeuw kwam de benaming `Vlaggetjesdag´ in zwang.
Bron: Andere tijden
Vlaardingse of Scheveningse traditie?
Over Vlaggetjesdag in 1858, toen er een staking dreigde van Duitse matrozen, schreef het Dagblad van Zuid-Holland:
"Vlaardingen ,14 Junij. De aloude zoogenaamde vlaggetjesdag, werd gisteren door het schoonste weder tot een wezenlijk feest gemaakt. Onze stad werd door honderden vreemdelingen bezocht, die van heinde en verre degereed liggende haringvloot kwamen bezigtigen, en hunne belangstelling in het bedrijf onzer voorvaderen, dat aan ons land zoo vele schatten heeft geschonken en aan zoo vele nijvere handen werk en brood verschaft, kwamen betoonen. Indien er zich geene verhinderingen opdoen, zal de vloot morgen en overmorgen uitzeilen -ofschoon er eene belangrijke belemmering kan ontstaan , daar de Bovenlanders en Pruissen, welke zoals gewoonlijk jaarlijks zijn overgekomen om als matrozen dienst te doen, weigeren om voor de door de reeders gestelde weekhuur, welke toch nog merkelijk hooger is, dan die welke voor drie jaren werd betaald, aan te monsteren; men twijfelt echter geenszins of deze zwarigheid zal overwonnen worden en het vertrek der vloot daardoor geene vertraging ondervinden".
Bron: Andere tijden
Lees ook: De Vlaardingse loggers
Lees ook: De hoekselijn. Een reis door de geschiedenis van de Hoekse lijn
Lees ook: Lever's Zeep maatschappij.
Foto's
Museum Vlaardingen
Haring voor de Koningin
Visserij voor de oorlog
Haringvangst "Toen en nu"
Vlaggetjesdag in onze haringsteden
Vlaardingse of Scheveningse traditie?
Door het verdwijnen van de buizen en de introductie van motorschepen, raakte in de loop van de 20e eeuw ook de traditie van Vlaggetjesdag uit beeld. Na de Tweede Wereldoorlog probeerde oud-Vlaardinger Jaap Kolkman met de oprichting van het “Comité Vlaggetjesdag” de aloude traditie nieuw leven in te blazen. Ook in vissersplaatsen als Katwijk, Scheveningen en IJmuiden werden Vlaggetjesdagen georganiseerd. Door het geheel verdwijnen van de Vlaardingse haringvloot in 1965, verdween de traditie definitief uit de stad waar het zijn oorsprong kende.
Scheveningen nam de traditie over, vooral uit commerciële en toeristische motieven. Om die reden werd ook de aanleiding aangepast. Voortaan was Vlaggetjesdag niet meer de dag waarop de schepen uitvoeren (dan was er immers nog geen haring te krijgen), maar de dag waarop de eerste Hollandse nieuwe aan land werd gebracht. Vlaggetjesdag kwam daarmee in plaats van de traditionele haringrace
Bron: Andere tijden
Wanneer is haring Hollandse Nieuwe?
Elk jaar doorloopt de haring dezelfde cyclus. In de wintermaanden is hij mager en in het voorjaar begint de haring te groeien door de aanwezigheid van plankton in het water. Onder gunstige omstandigheden kan een haring zich in het voorjaar elke dag 2 procent vetter eten. Een kwart van zijn gewicht kan uiteindelijk uit vet bestaan. In mei, als de haring een vetpercentage van minimaal 16 procent heeft bereikt, begint de jaarlijkse periode waarin op maatjesharing wordt gevist. Die duurt doorgaans tot juli. Haring mag dus Hollandse Nieuwe heten als hij minimaal 16 procent vet bevat, en op de traditionele Hollandse manier gekaakt, gezouten en gefileerd is.
Advertentie
Advertentie
De smaak van haring
Naar verluidt heeft Willem Beukelszoon uit het Zeeuwse stadje Biervliet in 1380 het haring kaken uitgevonden. De haringkaker haalde met een speciaal mesje de ingewanden uit de buikholte van de haring, op de alvleesklier na. De alvleesklier scheidt enzymen uit die de haring doen rijpen. Dit spijsverteringsorgaan is op dat moment groot en bevat bepaalde natuurlijke enzymen die zorgen voor het omzetten van voedsel in vet. Deze enzymen spelen ook een rol bij het rijpen van gekaakte haringen en zijn bepalend voor de smaak. Het rijpingsproces wordt gereguleerd met het zouten van de haring; hoe meer zout, des te langer de haring kan rijpen.
Vroeger moest de vishandelaar het zonder diepvriezer stellen, waardoor er veel zouter werd gekaakt. De gezouten haringen werden in een houten vat bewaard. Om het vele zout en daardoor de tranigheid van de haring te verhullen, werd de vis met een gesnipperd uitje gegeten.
Sommige vishandelaars behandelden de haringen ook nog met melk om het zout te neutraliseren. Naarmate de tijd verstreek werd de smaak van gekaakte haring steeds zouter, totdat deze na ongeveer een jaar niet meer eetbaar was. Vandaar dat de komst van nieuwe haring welkom was en gevierd werd: de smaak was nog nauwelijks aangetast door het zout.
Overigens is er door Nederland een verschillende smaakvoorkeur te herkennen. Dit heeft een historische achtergrond. Lange tijd kwam de haring via Vlaardingen binnen. Het vervoer naar het achterland nam langer in beslag en de haring moest in dat geval dan ook voor een langere bewaartijd gezout worden. In de kuststreek was de haring dus minder zout dan in het achterland. In Brabant bestaat nog steeds een voorkeur voor de iets zoutere, kleine Hollandse Nieuwe, in één stuk gegeten. Amsterdammers eten liefst de grotere haring, in stukjes gesneden, vaak met een stukje ‘zuur’. In Rotterdam is er weer een voorkeur voor de kleine haring, aan een stuk. Ook wordt de haring wel gegeten met gesnipperde zeekraal in plaats van een uitje, of met hele zeekraal op brood.
Noorse, Deense en Schotse haring
De sluiting van de Noordzee voor de haringvisserij in 1977 noopte Nederlandse vissers en handelaren de bakens te verzetten. Een enkeling beproefde zijn geluk in de Ierse Zee, in de hoop er haring aan te treffen die te vergelijken was met die uit de Noordzee. Denemarken bleek een geschikter alternatief. Deense vissers visten in het Skagerrak op haring die sterk leek op de ‘Hollandse’ maatjesharing. Een aantal vissers en inkopers van verwerkende bedrijven uit Nederland vestigde zich in het noorden van Jutland. De Denen eten geen Hollandse Nieuwe, haring wordt in Denemarken op een andere manier bereid. Nederlandse bedrijven benutten hun kennis ter plaatse en voerden de kaaktechniek in. In 2007 was Noorwegen het belangrijkste aanvoerland. 80 Procent van de aanvoer is in Noorse handen. Daarnaast hebben Nederlandse bedrijven hun werkterrein in Denemarken en Schotland.
Wettelijke eisen
Wil haring "Hollandse Nieuwe" worden genoemd dan moet hij voldoen aan bepaalde eisen: Het vetpercentage moet ten minste 16% zijn. De haring moet tussen half mei en eind juni worden gevangen, voor die tijd is hij te mager, erna heeft hij te veel hom of kuit. Hij moet gekaakt zijn. Hij moet gezouten en gerijpt zijn: Het zouten is van belang voor het bewaren. Tijdens het zouten wint de haring aan smaak, mede doordat de alvleesklier niet verwijderd is. Om mogelijke parasieten, met name de haringworm, te doden moet de haring ten minste 24 uur bevroren zijn geweest. Hij moet op de juiste manier gefileerd zijn: De graat moet zijn verwijderd op de staart na. De temperatuur bij verkoop mag maximaal 7 °C bedragen. De haring kan met en zonder ui worden gegeten. Tegenwoordig gebruikt men minder zout, omdat het vriezen voldoende bescherming geeft.
Vlaggetjesdag, uw verhaal
U heeft een foto of verhaal, leuk. Verzenden kan hier.